|
|
||||||||||||||||||||||
Het belangrijkste besluit op grond van de Arbowet is het "Besluit van 15 januari 1997, houdende regels in het belang van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid (Arbeidsomstandighedenbesluit of wel Arbobesluit)". De concrete bepalingen zijn in het arbobesluit ingedeeld naar onderwerp. De bepalingen omtrent lawaai zijn opgenomen in Hoofdstuk 6, Afdeling 3 en die omtrent trillingen in Hoofdstuk 6, Afdeling 3a Iedere werkgever is verplicht om in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, zoals bedoeld in artikel 5 van de Arbowet de lawaainiveaus en de trillingen waaraan de werknemers zijn blootgesteld, te beoordelen en, indien nodig, te meten teneinde een actuele en schriftelijk vastgelegde beoordeling te hebben van de risico's van de werknemers. De beoordeling en de meting moeten op zorgvuldige wijze gepland en met passende tussenpozen uitgevoerd worden. Het Arbobesluit geeft een aantal blootstellingen en de maatregelen die dan moeten worden getroffen:
Het geluid op de arbeidsplaats moet worden gemeten volgens de Europese norm NEN-EN-ISO 9612. Te veel lawaai veroorzaakt, boven het normale gehoorverlies als gevolg van ouderdom, een niet te genezen gehoorschade en een slechte spraakverstaanbaarheid met alle gevolgen van dien. Of al gehoorschade is opgetreden, blijkt uit een audiometrisch onderzoek (gehoortest). Schadelijke of hinderlijke trillingen kunnen eveneens een gezondheidsrisico voor werknemers inhouden. Zo kunnen hand-armtrillingen vaat-, bot- of gewrichts-, zenuw- of spieraandoeningen veroorzaken terwijl lichaamstrillingen een risicofactor zijn voor met name aandoeningen van de lage rug en beschadigingen van de wervelkolom. |
|||||||||||||||||||||||