|
|
||||||||||||||||||||||
Audiometrisch onderzoek of Audiometrie Er zijn verschillende soorten audiometrisch onderzoek waarvan de bekendste zijn de toonaudiometrie en de spraakaudiometrie. Bij een audiometrisch onderzoek neemt de proefpersoon plaats in een geluidarme ruimte of audiometriecabine. Via een gekalibreerde hoofdtelefoon krijgt de proefpersoon het bij het onderzoek benodigde testsignaal aangeboden. De bekendste vorm van audiometrie is de toonaudiometrie waarbij de uitvoerder van het onderzoek, de audiometrist, testtonen van een bepaalde sterkte en frequentie aan een oor aanbied. De proefpersoon geeft vervolgens aan of hij de testtoon al dan niet hoort. Op deze wijze wordt de gehoordrempel van de proefpersoon ofwel het audiogram bepaald. Rekening houdend met de leeftijd van de proefpersoon kan dan worden geconstateerd of er sprake is van een gehoorafwijking dan wel gehoorschade door bijvoorbeeld te veel lawaai. Bij gebruik van een hoofdtelefoon wordt het audiogram voor luchtgeluid verkregen. Het is echter ook mogelijk om een trilling te genereren in het rotsbeen van de proefpersoon. Bij een normaal werkend binnenoor zal de proefpersoon deze trilling waarnemen als geluid. Er kan dan een audiogram voor botgeleiding worden gemaakt. Uit een vergelijk van de audiogrammen voor luchtgeluid en botgeleiding kan bijvoorbeeld worden geconstateerd of er schade is aan het binnenoor of juist aan het middenoor. Een andere vorm van audiometrie is de spraakaudiometrie waarbij het vermogen om, afhankelijk van de luidheid, spraak te verstaan wordt getest. Hierbij krijgt de proefpersoon meestal éénlettergrepige onzin woorden (zoals: gun, weep, laam, duil) te horen en wordt verzocht deze te herhalen. Uit het aantal correcte antwoorden op het totaal aangeboden aantal woorden wordt een score berekend. |
|||||||||||||||||||||||