Bezoekadres: 078 - 6312102 |
|
|
|
||||
De nagalmtijd kan worden bepaald conform de NEN-EN-ISO 3382 normen serie of de NEN 5077. Bij het bepalen van de nagalmtijd wordt een geluidveld opgewekt met behulp van een ruisgenerator (zie foto). Afhankelijk van de grootte van de ruimte worden één of meerdere bron- en meetposities gekozen. Volgens de normering moet de bron worden geplaatst in een drievlakshoek die wordt gevormd door de vloer en twee scheidingsconstructies (indien mogelijk een inwendige en een uitwendige). Indien de bron in één richting een hogere geluidintensiteit uitstraalt (zoals bij een speaker) moet de hoogste intensiteit net naast de hoek worden gericht.
 |
Per octaafband en voor het totale niveau wordt de tijd gemeten waarin het geluidniveau na uitschakelen van de bron 5 dB en 25 dB is gedaald. Hieruit wordt het tijdinterval bepaald dat nodig zou zijn voor een daling van 60 dB. De nagalmtijd (T60) is gelijk aan dit tijdinterval. In de praktijk heerst er in een ruimte zelden een diffuus geluidveld. Als gevolg daarvan verloopt een gemeten nagalmcurve niet mooi regelmatig. |
De afwijkingen zijn het grootst in de lage frequenties. Daar immers is de golflengte vaak van dezelfde orde van grootte als de afmetingen van de ruimte waardoor het golfgedrag gaat overheersen. Dit uit zich in een onregelmatig verlopende nagalmcurve veroorzaakt door eigentrillingen van de ruimte. Voor de hogere frequenties wordt vaak een mooi verlopende curve verkregen terwijl dit voor de lagere frequenties wat minder is. De onderstaande figuur toont dit.
nagalmcurven schoollokaal
Vanwege de eis voor een zoveel mogelijk diffuus geluidveld is roze ruis een zeer geschikt meetsignaal.
|
Begrippenlijsten:
|
Site navigatie: | |||||||
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
|
Sonus bv raadgevende ingenieurs, dé partner op het gebied van geluid en trillingen