|
|
||||||||||||||||||||||
Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 In de zowel de Wet milieubeheer als de Wet geluidhinder is bepaald dat de minister van Infrastructuur en Milieu regels stelt omtrent de wijze waarop een akoestisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. Deze regels zijn vastgelegd in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, (RMG2012). Dit rekenvoorschrift is noodzakelijk geworden omdat het oudereReken- en meetvoorschrift Wet geluidhinder 2006 (RMV2006) geen rekenregels bevatte voor een aantal nieuwe elementen die het gevolg zijn van de inwerkingtreding op 1 juli 2012 van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer. In het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 zijn de rekenregels voor industrielawaai (Bijlage II), wegverkeerslawaai (Bijlage III) en spoorverkeerslawaai (Bijlage IV) geïntegreerd. Nieuw zijn de voorschriften inzake de regels voor het rekenen met geluidproductieplafonds (GPP) voor de rijksinfrastructuur (wegen en spoorwegen) die onder deze SWUNG systematiek (Bijlage V) valt, de regels voor geluidsaneringsplannen (Bijlage VI) en de geluidkarteringsvoorschriften. Hoofdstuk 2 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 gaat over industrie. In het artikel 2.3 is vastgelegd dat voor de bepaling van het equivalente geluidniveau vanwege een industrieterrein de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999 moet worden gebruikt. In het tweede lid van dat artikel wordt geregeld dat het bevoegd gezag een aftrek mag toepassen voor het gehele industrieterrein op grond van het beginsel van de zogenaamde redelijke sommatie. Redelijke sommatie is gebaseerd op de notie dat niet alle bedrijven op een industrieterrein voortdurend en tegelijkertijd in werking zijn volgens de representatieve bedrijfssituatie zoals deze in de milieuvergunning is opgenomen. Afhankelijk van de aard van de bedrijven mag daar op het niveau van het industrieterrein als geheel rekening mee worden gehouden middels een aftrek op de geluidbelasting. De geluidruimte die zo beschikbaar komt mag eenmalig worden gebruikt voor de industrie (meer activiteiten mogelijk) of voor de omgeving (woningbouw). Het bevoegd gezag kan een dergelijke keuze motiveren met ondermeer een zonebeheerplan, een gemeentelijke nota industrielawaai, of een gemeentelijk of provinciaal milieubeleidsplan. Afhankelijk van de situatie kan de aftrek 0 dB tot 3 dB bedragen.
Sonus bv raadgevende ingenieurs, dé partner op het gebied van geluid en trillingen |
|||||||||||||||||||||||