|
|
||||||||||||||||||||||||
Interimwet en Experimentenwet stad-en-milieubenadering, stedelijke herinrichtingsprojecten Sinds 1 februari 2006 is de interimwet stad-en-milieubenadering (Stb 2006, 37) van kracht. Deze wet is een vervolg op de experimentenwet stad-en-milieubenadering (Stb 1998, 684) die reeds op 1 januari 1999 in werking is getreden. Het project Stad & Milieu is erop gericht om al in de planfase oplossingen te zoeken voor Bij de stad-en-milieubenadering zitten vanaf het begin van het herinrichtingsproject alle belanghebbende partijen met elkaar om tafel. Reeds bij de ruimtelijke planvorming nemen zij de milieu- en gezondheidsaspecten mee. Kenmerkend voor de stad-en-milieubenadering is de 3-stappenbenadering:
Inmiddels is gebleken dat door slim ontwerpen (stap 1) en het zorgvuldig inventariseren van de wettelijke mogelijkheden (stap 2) in de meeste gevallen voldaan kan worden aan de bestaande wet- en regelgeving. Stap 3 is dan overbodig. In die gevallen dat afwijking van de bestaande wetgeving wel noodzakelijk is omdat met de stappen 1 en 2 geen optimale leefkwaliteit kan worden bereikt, moeten de nadelige gevolgen zo veel mogelijk worden beperkt. Voor zover dat niet mogelijk is moeten de nadelige gevolgen worden gecompenseerd. Het voordeel van de stappenbenadering zoals die wordt gehanteerd bij stad-en-milieu is dat het de planvorming structureert. Het aspect geluid is één van de milieuaspecten die een rol kunnen spelen bij de herontwikkeling van een stadsgebied. Onderstaand wordt voor het aspect geluid aangegeven wat de mogelijkheden van de stappen 1 en 3 van de experimentenwet zijn. Stap 1 bestaat uit het treffen van bronmaatregelen en het slim ontwerpen waardoor de geluidbelasting kan worden beperkt. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan:
Indien na het doorlopen van de stappen 1 en 2 nog steeds een overschrijding van de geluidgrenswaarden uit de bestaande wet- en regelgeving optreedt, kan hiervan worden afgeweken mits de nadelige gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk worden beperkt (stap 3). De desondanks optredende overschrijdingen moeten worden gecompenseerd, dit kan op drie manieren. De eerste en meest voor de hand liggende is een akoestische compensatie waarbij extra budget wordt vrijgemaakt voor bijvoorbeeld isolatiemaatregelen. De tweede mogelijkheid bestaat uit compensatie door andere omgevingsfactoren. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld extra groen, speelgelegenheid en ruimte. Een probleem bij deze vorm van compensatie is dat het bijna onmogelijk is te compenseren voor groepen mensen. De verschillen tussen individuen zijn daarvoor te groot. Als laatste kan compensatie plaatsvinden in de vorm van een financiële tegemoetkoming. Deze vorm valt echter af omdat de meeste mensen dat al snel als omkoping beschouwen. Het stap 3 besluit wordt genomen door Burgemeester en Wethouders onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Via de vaststelling of herziening van het betrokken bestemmingsplan speelt ook de gemeenteraad een rol. |
|||||||||||||||||||||||||